Verhuur je een gebouwd onroerend goed aan een vennootschap waarin je bedrijfsleider bent dan moet je in bepaalde gevallen een gedeelte van de huur als een bezoldiging aangeven. Het gaat hier enkel om bestuurders, zaakvoerders, vereffenaars of personen in een gelijksoortige functie (bedrijfsleiders van 1ste categorie).
Het gaat om alle in België gelegen gebouwde onroerende goederen waarvan je eigenaar, bezitter, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder bent en die je verhuurt aan de vennootschap waarin je bedrijfsleider bent. Het gedeelte van het onroerend goed die toebehoort aan een andere mede-eigenaar, bijv. je partner, blijft buiten beschouwing wanneer deze geen mede-bedrijfsleider is.
Het gedeelte van de huur en huurvoordelen die hoger is dan 5/3 van het geherwaardeerd kadastraal inkomen wordt als bezoldiging beschouwd. Concreet betekent dit dat de huur opgesplitst wordt in 2 categorieën van inkomsten:
Het geherwaardeerd kadadstraal inkomsten is gelijk aan het kadastraal inkomen vermenigvuldigd met een herwaarderingscoëfficiënt. Voor het jaar 2023 (aanslagjaar 2024) is deze coëfficiënt gelijk aan 5,37.
Het echtpaar G & S is 50/50 eigenaar van een gebouwd onroerend goed met een KI van 800,00 EUR. De vennootschap, waarvan G bestuurder is, van huurt 30% van het gebouw voor maandelijks 350,00 euro.